Dag 10: Omdat ik morgen alweer verder trek, wilde ik optimaal gebruik maken van deze dag. Hierdoor zat ik ’s ochtends al vroeg in de bus richting Bohinj. Als eerste heb ik de oorsprong opgezocht van de Bohinjsko Jezero; het meer van Bohinj. Dit is de waterval Slap Savica. Vanaf de bushalte was het nog maar drie kilometer lopen naar deze waterval. De wandeling viel op zich wel mee. Maar aan het eind waren er wel veel traptreden, die het vermoeiend maken. De waterval valt vanuit een rots 60 meter in het turkooizen bassin.
Na een uur terug gelopen te hebben, heb ik in Ukanc de kabelbaan genomen op de berg
Vogel. Vanaf hier had ik een schitterend uitzicht over het meer van Bohinj
en in de verte de hoge
bergpunten van de Triglav. Het was ook een mooi punt om even te lunchen.
Maar bij het doorlopen van de kloof was ik de vermoeidheid zo vergeten. Het water afkomstig van de rivier, de Radovna, stroomt tussen twee verticale rotsheuvels Hom en Bort en is 1,6km lang. Langs deze kloof is een wandelpad aangelegd, waarbij deze op diverse
plaatsen als houten wandelpad langs en over het water loopt. Na elke nieuwe bocht wringt het water via helder blauwgroene bassins, langs rotsen en met watervallen zijn weg door de kloof. Aan het eind valt het water via de Slap Sum uit de Kloof.
Als laatste bezocht ik de Blejski Grad. Dit kasteel was voornamelijk verbouwd tot een soort museum, maar de architectuur was nog net zo als in vroeger tijden. Vanaf het kasteel had ik ook een mooi uitzicht over het meer van Bled.
’s Avonds heb ik gezellig met mijn kamergenoten gepraat over wat we allemaal al gedaan hebben in de vakantie. Lorna en Alice kwamen uit Schotland en wandelen veel. Natuurlijk hadden ze zoals veel mensen de tweedaagse beklimming van de Triglav gedaan. Hierbij hadden ze overnacht in een berghut die voor driekwart door een lawine vernield waren. Het gedeelte wat nog stond was enorm tochtig en om in de slaapkamers te komen, moesten ze met ladders buitenom erin. De foto’s logen er niet om.
Vanaf het busstation was het maar een klein stukje lopen naar het autoluwe centrum. Hier begon ik mijn wandeling door de stad bij de Tromostovje; de drie bruggen. Via enkele pleinen, waar elke dag wel een markt wordt gehouden, kwam ik door een smal straatje richting Ljubljanski Grad. Het kasteel van
Ljubljana is gebouwd op een heuvel die over de stad heen kijkt. Het kasteel is nu verbouwd tot een museum, waarbij het toch zijn glans van voorbije jaren is kwijt geraakt. Via de Stari trg liep ik weer terug naar het beginpunt.
In de middag ging ik weer verder met de trein. Na een uurtje zigzaggend door het land te rijden, kwam ik aan in Postojna. Dit plaatsje wordt mijn uitvalsbasis voor de komende dagen. Het hostel stond hier niet echt duidelijk aangegeven, maar na wat inlichtingen gevraagd te hebben lukte het wel om deze te vinden. Het hostel leek alleen wel erg veel op een soort campusgebouw met algemene slaapkamers en centrale badkamers. Maar ik had wel een kamer voor mezelf alleen.
Dag 12: Het was me niet gelukt om een auto te regelen. Hierdoor was het iets moeilijker om alles te kunnen gaan bezoeken in de omgeving. Maar gelukkig is er ook openbaar vervoer. Met een beetje planning, moest het toch zeker lukken om een aantal bijzondere plaatsen te bekijken.
Mijn idee was om vandaag als eerste het verst gelegen plekje te gaan bezoeken. Alleen had ik nog niet goed genoeg op de treindiensten gelet, waardoor ik te laat was om naar Piran te kunnen gaan. De eerstvolgende trein zou me in ieder geval naar een andere bezienswaardigheid kunnen rijden; de Skocjanske jame.
Skocjanske jame bevindt zich in het centrum van het karstgebied van Slovenië. Karst doet zich voor in streken waar kalksteen aan de oppervlakte ligt en wordt aangetast door de chemische verwering door de zure eigenschappen van regenwater. Dit veroorzaakt verzakkingen, grotten en zinkgaten. In Slovenië heeft dit door middel van diverse rivierstromen enorme grottenstelsel gecreëerd.
Bij de ingang liep ik eerst 100 meter door een door mensen aangelegde tunnel naar
het begin van de verkenning door het grottenstelsel. Hier kwam ik eerst bij enkele enorme grotten, vol met druipstenen. Maar ook met diverse grote rotsblokken die millennia geleden van het plafond zijn gevallen en de grotten geeft gevormd. Omdat in dit gedeelte geen water meer stroomt, was het er erg stil. Door de aangelegde verlichting waren de diverse stalagmieten en stalactieten mooi uitgelicht.
was. Wandelend tegen de stroming in had ik een formidabel uitzicht over de ruimte. Na totaal 2,5 kilometer door de grotten gelopen te hebben, kwam ik weer in het daglicht bij het enorme zinkgat Velika Dolina. Het pad liep hier omheen, waarbij er mooi zicht was op het verdwijnen van de rivier Reka in de grond. Bij het eindpunt had ik ook nog een schitterend uitzicht over de grootte van dit gebied.
5 kilometer. De eerste twee kilometer werd afgelegd in een mijnwerkerstreintje en slingerde door de diverse grotten om allerlei druipstenen heen. Het was een beetje te vergelijken met het treinritje in de film Indiana Jones and the Tempel of Doom. Alleen was het uitzicht onderweg een stuk mooier. De wandeltocht liep vanaf de hoge berg in een enorme grot, door smalle gangen naar de “mooie grotten”. Elke nieuwe ruimte leek wel een
andere kleur te hebben. Via de gang der briljanten, die zijn naam te danken heeft aan de enorme witkristallen stalagmiet, kwamen we uit bij de “concertzaal”. In deze enorme zaal wordt een paar keer per jaar een concert gegeven. De echo hier is zo sterk dat deze bijna 6 seconden duurt. Met het treintje reden we daarna weer terug naar de ingang, waar de Pivka de grot betreedt.