Actief: Axat
Reisorganisatie:
Welkom.Reisverhalen.Overige.Gastenboek.
15 juli
t/m
24 juli
Dag 1: was de vertrekdag uit Nederland. In Amsterdam was voor mij de opstapplaats. Daarna hebben we nog de plaatsen Utrecht en Eindhoven aangedaan, waarna iedereen (die mee moest) in de bus zat.
Nu begon de lange rit naar Zuid-Frankrijk. Na een filmpje (Ratrace) en een onrustige slaap kwamen we gelukkig de volgende dag al vroeg aan op de eerste stopplaats. Hier stapten de strandvakantiegangers uit. Toen was het nog maar een tweetal uurtjes rijden naar de Pyreneeën.

Dag 2: Na aangekomen op de camping werden we opgewacht door onze begeleidster van de vakantie: Constantine. Ze stond al klaar met allerlei spullen voor een heerlijk ontbijt. Op zo’n manier was ik nog nooit op een camping verwelkomd door Do-it… Dan zit ik net aan mijn ontbijtje en wat zie ik daar. Dat lijkt wel een bekend gezicht. Wat blijkt, zit er ook familie van me op de camping. Lieke, Ivo en Stijn zijn met hun moeder ook op de camping.
Nadat we de tenten toebedeelt hebben gekregen en onze spullen (gedeeltelijk) hebben uitgepakt is het ’s middags tijd om een stukje van de omgeving te kijken. We zijn via verschillende bospaadjes naar Chateau de Puiburens gelopen. Helaas werden we halverwege de route verrast door een verdwaald regenwolkje. Toch hebben we de route wel tot het eind doorgelopen en werden vanaf het Chateau met een busje opgehaald en weer op de camping afgezet.
’s Avonds stond er (zoals elke avond) een heerlijk 3-gangen menu voor ons klaar. Omdat verschillende organisaties op de camping zaten werd er door de leiding een gezamenlijke keuken opgezet waar je tegen betaling heerlijk kan eten en ook elke ochtend verse stokbroden kan halen. Dit bespaart een hoop gepruts om zelf een lekkere maaltijd op tafel te zetten (alsof ik niet kan koken).

Dag 3: Op de derde dag stond Canyoningen op het programma. In de Gorges de Galamus werd de route dit jaar gehouden. De Gorges is genoemd naar een klooster dat daar tegen de helling is gebouwd door dhr. Galamus. Later is dat klooster gebruikt als jeugdgevangenis. Vanwege de afgelegen locatie en moeilijk bereikbare plaats konden probleemjongeren daar goed terecht. Helaas voor een Duits stel dat op vakantie was. Die moesten helaas hun 2CV-tje afstaan aan een stel joyriders, die helaas een afslag vergaten. De Gorges de Galamus is geen steil parcours, maar wel een die als speeltuin voor iedereen gezien kan worden. Zo hebben we naast het standaard loop, klauter en zwemwerk ook een aantal leuke onderdelen erbij zitten. Onder andere de 3-mans-bob, de zeehondglijbaan en het monster van de Galamus. Natuurlijk mochten we ook springen vanaf 5 meter hoogte. Aan het eind van de route kwamen we nog een wrak tegen van een 2CV-tje.

Dag 4: De volgende dag was voor de tweedaagse bivaktocht. Hiervoor hoefden we (gelukkig) niet veel mee te nemen voor onderweg. De slaapzakken, matjes, eten en water werden voor ons gebracht naar de campsite voor de nacht. Via een mooie wandelroute kwamen we door verschillende kleine dorpjes. Tussen twee plaatsjes hadden we zelfs nog een extra reisgenoot. Een klein poesje vond ons gezelschap wel erg fijn (en ons eten). Het laatste deel van de route was helaas ook het zwaarst een klim van 400 meter hoogte die via een vrij steil paadje liep. Maar ook daar hebben we ons toch goed doorheen gesleept. Uiteindelijk hadden we de campsite bereikt en iedereen plofte dan ook direct neer. Onze begeleidster heeft ons toen verlaten en is met een busje vertrokken naar de camping en ons aan ons lot over gelaten.
Voor het eten wilden we het echt op de ouderwetse manier doen door te koken op een kampvuur. Om de pan te beschermen hadden we wel een rooster meegekregen. Met een pan en veel macaroni hebben we toch een heerlijke maaltijd kunnen creëren. Misschien hadden we het vuur wel erg heet opgestookt, maar na het eten was wel het rooster helemaal doorgebogen en de pan mooi rondom zwart geworden. Verder hebben we nog gezellig bij het vuur gezeten en marshmallows opgewarmd. Na het vuur langzaam uit hebben laten gaan, heeft iedereen zijn slaapzak opgezocht.

Dag 5: ’s Ochtends werden we wakker met vochtige slaapzakken (aan de buitenkant dan) vanwege de dauw. De zon kwam even later op en allen slaapzakken begonnen aardig te roken. We hadden nog even een klein vuurtje gemaakt voor een kop thee of koffie en hebben daarna het kamp opgebroken. Rond half 9 waren we klaar voor vertrek en zijn via een weggetje terug gelopen naar de camping. Daar kwamen we een uurtje later aan, waarna we nog even een ontbijtje gingen nuttigen en de bivakspullen weer opruimden en schoonmaakten (hee, de pan was toch niet zwart van origine).
’s Middags was het tijd om onze armspieren te testen. Boogschieten stond op het programma. Na een korte uitleg over veiligheid (erg belangrijk) en richten was het tijd om ons te bewijzen. Het blijkt toch minder makkelijk te zijn om goed te richten dan je denkt. Na een viertal wedstrijdjes bleek dat de meest stille schutter wel de beste was.
Omdat het vrijdag avond was en de dag erna een aantal mensen weer terug gingen naar Nederland, werd er een bonte avond gehouden waar iedereen aan mee kon doen. Zelf heb ik niet meegedaan, maar mijn nichtje Lieke wel. Dus wel deze avond even gekeken hoe goed ze kon dansen. Na de bonte avond was er nog een disco in de kantine van de camping.

Dag 6: Vandaag was het tijd om onze klimvaardigheden te laten zien. Voor mij was dat een mooie gelegenheid om te kijken of mijn vaardigheden die ik in de klimhal heb opgedaan ook in de praktijk kon brengen. De meeste uitgehangen routes waren van het niveau 3 en 4 waar de meesten (die toch minder ervaren waren) nog wel moeite mee hadden. Voor mij was voornamelijk de laatste route die uitgehangen was die me toch wel moeite gaf. De eerste keer kwam ik bij een overhang vast te zitten, want ik kon voor mijn vingers geen goede plek meer vinden. Dus helaas moest ik toch opgeven. Na mij ging een begeleider die route eens proberen. Hij was nog een leerling zelf, maar had toch wat meer ervaring dan de meeste vakantiegangers. Hij kwam alleen niet zo hoog als dat mij lukte. Maar zelf kon ik het niet hebben dat het me niet gelukt was, dus toen hij weer beneden was, heb ik mezelf weer ingebonden en een tweede poging gewaagt. Deze poging ging een stuk beter. Door wat meer vanaf links naar hetzelfde punt te komen kon ik op een betere manier rond de overhang en ben daarna doorgestoven naar de top. Yes.
Ook hebben we het abseilen geoefend door langs een wand 25 meter omlaag te gaan. Hierbij werd je van boven af extra gezekerd, voor het geval je leuk dacht te zijn en het touw los te laten voordat je beneden was. Nadat iedereen omlaag was geweest was het weer tijd om ons eten op te zoeken op de camping. Zonnig weer en druk bezig zijn maakt wel hongerig.

Dag 7: Omdat we de dag ervoor het abseilen al hadden geoefend, was het vandaag tijd voor het echte werk. Een abseil van 80 meter hoogte stond op het programma.
We begonnen deze dag met tokkelen over de Aude (een wildstromende rivier). De staalkabel hing er al voor iedereen die het wilde gebruiken en als je je benen hoog hield, kreeg je ook geen natte voeten. Nadat iedereen en alle rugzakken aan de overkant waren, gingen we via een klettersteig naar boven. Het pad naar boven was zo steil dat je je aan een gespannen touw vast zette om veilig boven te komen. Natuurlijk had niemand daar problemen mee en eenmaal boven gekomen konden we even lekker eten (de meegebrachte lunch).
Terwijl wij aten werd door de begeleiding de abseil alvast uitgehangen. Daarna mochten we een voor een omlaag. Dit keer werden we niet van boven af extra gezekerd, maar werd een veiligheidslijntje geplaatst die je vasthield als je per ongeluk los zou laten (die heb ik gebruikt om halverwege foto’s te kunnen nemen). Na een minuutje of 5 of 10 was je dan eindelijk beneden waar we dan konden wachten tot de rest van de groep er ook zou zijn. Nadat iedereen van deze abseil genoten had werd het tijd om weer over de Aude terug te tokkelen. Hier hing het koord zelfs ietsje slapper, dus als je niet hoog genoeg je voeten hield had je zeker natte voeten. Uiteindelijk had iedereen het toch gered (alsof we iemand zouden verliezen).

Dag 8: Maandag alweer (de tijd gaat hard). Tijd voor een waterig dagje op de Aude: raften. Na een basis uitleg over het peddelen en de commando’s gingen we de Aude af. Met soms wat wilde stukken en botsen tegen rotsen kwamen we halverwege bij een rustpunt (waar we de boot nog even hebben laten kieperen). Hier hebben we een stukje omhoog gelopen, waarna we zelf het water in mochten om te zwemmen in wild water. Daarna was het tijd om weer even verder te varen. Nu kwamen dan ook de mooiere wilde stukken. Maar na het toetje kwamen we dan toch uit bij het eindpunt (waar we de boot weer even hebben laten kieperen) en het einde van deze dag.

Dag 9: De laatste actieve dag werd niet gehouden in het zonlicht. Speleologie gebeurt namelijk onder de grond in een berg.
Aangekomen bij de grot hebben we een werkpak aangetrokken (tegen vuil) en een carbidlamp met helm opgedaan (tegen duister). Vlak voor de toegang van de grot was alleen nog een wild stroompje en, je raadt het al, we hielden onze schoenen niet droog. De eerste passage van de grot was erg smal en bochtig waardoor we al snel het zonlicht kwijt waren en in het duister bij het licht van ons vlammetje steeds dieper de berg in gingen. Uiteindelijk werden de ruimten wat groter en breder waardoor we toch meer konden staan.
In een grote ruimte hebben we de tas van onze begeleider achter gelaten en heeft hij ons gevraagd ons lichtje uit te doen. Hij is toen vooruit gelopen en heeft zijn lichtje ook uit gedaan. We moesten toen naar hem toe zien te komen in volstrekte duisternis. Door elkaar bij de hand te houden (we waren deze dag met zijn vieren) hebben we voorzichtig onze begeleider weer opgezocht. Daarna mocht ons lichtje weer aan en mochten we aanwijzen waar we vandaag gekomen dachten te zijn. We hadden het allemaal fout want we kwamen door een smalle doorgang waarvan we het helemaal niet verwacht hadden.
Na een klein stukje lopen kwamen we ook verschillende stalagmieten en stalactieten tegen en aan het eind van onze doorgang. Dus terug naar de tas. Dit keer moest ik voorop om de weg aan te wijzen, in de hoop (van de begeleider) dat ik de verkeerde route zou kiezen. Helaas voor hem had ik vrij goed door waar we vandaan waren gekomen. Toch moesten we via de andere route de tas zien te vinden, waarbij we op ons buik schuivend door poeltjes moesten en allerlei hoekjes en gaatjes moesten doorzoeken voor een doorgang. Uiteindelijk liepen we vlak langs de tas zonder deze te zien. Daarna gingen we via een andere route weer terug naar de zon. Deze route was nog smaller en steiler waardoor we buikschuivend de berg verlieten. Helaas was het stroompje niet opgedroogd dus met natte voeten kwamen we weer terug bij de camping aan. Maar na een lekkere douche was alles wel weer okay.
De vakantie sloten we af met een barbecue, die we op de bivaknacht gemist hadden. Het vuur werd hoog opgestookt en de kooltjes waren dan ook snel geschikt om vlees op de braden. Daarna was het tijd voor afscheid. Ten eerste onze begeleidster Constantine die we met een waxkaars verblijd hebben. En tenslotte van de overige deelnemers die niet met de bus naar huis gingen.

Dag 10: Na weer een ‘heerlijke’ nacht in de bus geslapen te hebben kwamen we rond het middaguur langs Eindhoven, Utrecht en Amsterdam, waar ook de laatste mensen afscheid hebben moeten nemen van de vakantie en van elkaar.